"Mamham, we hebben een nieuwe acherbuurman, en hij heet René, en hij heeft allemaal slangen en hagedissen en schildpadden enzo." "En hij heeft een motor en een motorbroek."
Hmm, interessante informatie.
Na het eten gaan we even kennismaken. De meiden voorop. Ik heet ze welkom in de buurt en we worden hartelijk door hem en zijn vrouw ontvangen. De hal staat vol met vitrinekasten met... je raad het al...slangenbeeldjes, schildpadden, gekko's enzovoort. In de woonkamer grote glazen bakken, en op de zolder staan alle wanden ook volgebouwd. Het is er flink heet. Op één zit een groot slot en een doodshoofdje geplakt. "Die is giftig", vertelt de buurman. De slang die niet giftig is ligt lui en sloom over een andere slang gerold. Maar zodra hij de slang aanraakt blijkt hij razendsnel te zijn. De meiden gillen het uit van plezier terwijl ik toch enigszins terughoudend toekijk hoe de slang om nek, armen en benen kronkelt bij hen.
De man vraagt nog even of ze niet naar hamsters ofzoiets ruikt, want als de slang muizen ruikt, kan hij zomaar bijten. De slang slaat met zijn staart nog een boeddha beeldje omver, hij duldt duidelijk geen andere goden;) en wil pijlsnel verdwijnen bij een richel achter de kast.
Ik kan er niets aan doen, maar ik denk bij al dat gedrag toch aan Dé slang.
De man vertelt dat de slang doof is. Als we aan satan denken, dan zal hij nooit luisteren naar onze smeekbedes. Als je er niet op bedacht bent, hapt hij toe.
Het lijkt of hij doodstil ligt en je niets te vrezen hebt, maar ondanks die indruk, is hij pijlsnel.
We hoeven er niet teveel aandacht aan te besteden misschien, maar toch soms onverwacht, valt de vijand aan. Of hij probeert het. Zoals bij Jezus, toen hij 40 dagen in de woestijn was. Wat ik zo mooi vindt is dat de vijand op de vlucht slaat voor het woord van God. Jezus zegt alleen: "Er staat geschreven.."
De meiden zeuren inmiddels aan mijn hoofd of ze ook een slang mogen en als de buurman vertelt dat er binnenkort eieren uitkomen, is het hek helemaal van de dam. "Nee", is mijn besliste antwoord, "je gaat af en toe maar even aan de overkant kijken."
Als we de trap aflopen probeert de oudste mij aan het schrikken te maken met een nepslang die ze heeft gevonden in de "museumkamer" op de 1e verdieping. De buurman zegt: "Ooh, je schrikt niet eens."
(Blijkbaar kwam ik nogal bang over) maar ik lach en zeg: "Neeh, zooo erg is het nou ook weer niet."
Tja, en dan bedenk ik me toch als ik weer lekker in mijn tuinstoel lig welke bijbel tekst ik zal gaan gebruiken, als er een ontsnapt en onder de schutting een kijkje komt nemen.
Maar dan spreek ik mezelf toch streng toe met deze bijbelse woorden: "Mirjam,maak je geen zorgen voor de dag van morgen.", en ik sluit ontspannen mijn ogen, onderwijl heerlijk genietend van de zon.
Oh oh, dat heb jij dan weer :) Ik heb het helemaal niet op slangen en ik snap niet waarom mensen die perse in huis willen hebben. Ze zijn het symbool van satan en die is niet welkom in mijn huis!
BeantwoordenVerwijderenja . met die meiden beleef je nog eens wat, maar los van dat symbool, hou ik ze zowiezo liever buiten de deur. En als er eenmig in hun kamer zit, moet je ze es horen;)nou geef mij maar liever een mug!
VerwijderenEn, al een slang over de schutting zien hangen? ;) brrr.. heb het er ook niet ook, dat gekrioel.
BeantwoordenVerwijderenNou nog niet, maar toevallig las ik in de krant dat er vorige week één was ontsnapt en in de wasmachine zat;)dus het zou zomaar kunnen, hey;)
BeantwoordenVerwijderen